Achtergrond informatie Creative Embodiment

Achtergrond informatie over Creative Embodiment


Dit is een gedetailleerde beschrijving en onderbouwing, geschreven als onderdeel van de ontwikkeling van Creative Embodiment.


Het is voor mij als docent belangrijk om te weten de kracht is van mijn didactisch handelen binnen mijn dansidioom. In deze les lopen oefeningen en opdrachten naadloos in elkaar over en werken de dansers van “vrijheid” naar "vrijheid in vorm”, zodat bewegingsonderzoek en choreografie in dienst staan van elkaar en elke danser het materiaal of de principes in zijn of haar eigen tempo en vermogen belichaamt. Het is voor mij als hedendaagse dansdocent essentieel om een moment voor bewegingsonderzoek en/of improvisatie te plaatsen in de dansles, zonder afbreuk te doen op de eenheid van de les. Ik maak gebruik van een holistische dansbenadering, waarbij de nadruk ligt op de fysiek ervaring in een voor mij, gepersonaliseerd leerproces. Dit is een procesgerichte benadering, waarin de expressief-creatieve ontwikkeling van de leerlingen centraal staat. Leren door te doen.


Aan de hand van improvisatie en/of door mij gemaakte bewegingsfrases wakker ik het lichaams- en ruimtelijk bewustzijn aan. De leerlingen leren los te laten wat zij al kennen en open te staan voor iets nieuws. De focus licht op het fysiologische, emotionele en energetische lichaam, het prikkelen van de zintuigen en het aanwakkeren van het kinesthetisch vermogen. Iedereen heeft een ander lichaam en daardoor andere bewegingsmogelijkheden. Het is voor mij belangrijk om leerlingen bewust te laten worden van hun bewegingsmogelijkheden, zodat zij hun persoonlijke grenzen leren te verleggen. Door middel van dans leren we ook te vertrouwen op ons lichaam en het te waarderen zoals het is. Je werkt met wat je hebt en je leert het lief te hebben.


Het veelvuldig aanspreken van de zintuigen en het kinesthetisch vermogen zorgt ervoor dat bewegingsonderzoek en choreografie naadloos in elkaar overlopen. Het gaat hier dus om het aanwakkeren van het bewustzijn van de interne sensaties die de oefeningen tot stand brengen, los van hoe de uitvoering er van buitenaf uitziet. De dansers worden op deze manier fysiek en mentaal voorbereid om de lesonderdelen en het complexe bewegingsmateriaal. Tegelijkertijd leren zij persoonlijke bewegingspatronen te herkennen en te veranderen en openen zij dus als het ware een groter bereik aan beweging voor zichzelf. Op deze manier krijgt de dansers het gevoel de baas en verantwoordelijk te zijn over de uitvoering van het lesmateriaal.


Het bewegingsonderzoek of de improvisatie bereidt de dansers voor op de choreografie of combinatie. Tegelijkertijd is de choreografie of combinatie een moment waarop het bewegingsonderzoek kan worden doorgetrokken, toegepast en/of uitgebreid. De lesonderdelen staan dus in dienst van elkaar. Het benaderen van de choreografie of combinatie als voortzetting van het bewegingsonderzoek zorgt er, dankzij de aandacht voor de zintuiglijke en kinesthetische ervaring¸ voor dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de eenheid van de les en de leerlingen bewegingsonderzoek en/of improvisatie leren te implementeren in hun danspraktijk. 


Op het moment dat je de choreografie benadert als een door de docent gegeven route van het lichaam door de ruimte, die door elke danser net anders wordt uitgevoerd, bevordert de choreografie (evenals het bewegingsonderzoek of de improvisatie) de persoonlijke groei van de dansers. Het zorgt ervoor dat de dansers binnen de door jouw aangereikte techniek, principes of tools, leren te ontdekken hoe dit in hun lichamen werkt. De deelnemers ervaren sensaties en spanningen in het lichaam en voelen hoe zij zich hiertoe verhouden. Het dansmateriaal blijft zo voor iedere danser interessant. Iedere danser verlegt haar of zijn eigen grenzen. Je voert niet enkel losse pasjes uit en kopieert niet zomaar wat de docent doet, maar bent er op een zelfstandige manier mee bezig. Het lichaam wordt als geheel aangesproken en het proces van belichaming staat centraal. Dansers leren op een gedetailleerde wijze vorm te geven aan de persoonlijke expressieve-creativiteit. De hierdoor zelfbewustere dansers ontdekken op deze manier wat hun kracht is en waar zij in willen ontwikkelen als danser of dansliefhebber. Wat de dansers meenemen uit de les zal dus voor iedereen anders zijn.


Bovengenoemde aspecten zorgen ervoor dat de les dansers en/of dansliefhebbers met verschillende dansachtergronden aanspreekt. Het beoogde doel is hierbij dan ook om een diverse groepssamenstelling te hebben binnen de les, zodat de deelenemers elkaar kunnen inspireren. Het vertrekken vanuit de zintuigen en het kinesthetisch vermogen, binnen jouw choreografische en didactische uitgangspunten, bevordert een stijloverstijgende benadering, wat een diverse leerlingenpopulatie aanspreek. Dit sluit aan op zowel het werkveld van vandaag de dag, waarin ik als docent met verschillende doelgroepen zal gaan werken, als de grootstedelijke samenleving waarin men om verschillende redenen van dans geniet.


"Ik straal niet één waarheid uit en zorg dat deelnemers uit de les kunnen halen wat relevant is voor hun dansante ontwikkeling. Wat voor mij het meest waardevol is, is dat de holistische dansbenadering de dansles heel toegankelijk voor de leerlingen maakt, terwijl het tegelijkertijd voor verdieping zorgt en het de persoonlijke ontplooiing van de leerlingen voedt."

Share by: